In 2016 wil het kabinet de schoonmakers die in de gebouwen van de Rijksoverheid werken, zelf in dienst nemen. Dit gaat de schoonmaakbedrijven 70 miljoen euro kosten. Hier zijn de schoonmaakbedrijven uiteraard niet blij mee, maar wat ze nog het meeste tegen de borst stuit is het feit dat de minister de schoonmaakbedrijven heeft beledigd door te impliceren dat zij hun medewerkers niet goed behandelen.
Werkgeversorganisatie VNO-NCW en MKB-Nederland steunen het verzet tegen minister Asscher. De minister wil invloed uitoefenen op de werkomstandigheden van schoonmakers bij overheidsgebouwen. De schoonmaakbedrijven denken dat dit beter gerealiseerd kan worden door bepaalde eisen op te stellen in een aanbesteding.
Op dit moment werkt al zo’n 80 tot 90% van de schoonmakers in vaste dienst, dus het argument dat de schoonmakers beter af zouden zijn in dienst van de Rijksdienst, vindt de schoonmaalbranche geen goed argument. Bovendien heeft de branche in de afgelopen jaren een Code Verantwoordelijk Marktgedrag en het OSB-Keurmerk opgezet om misstanden tegen te gaan in de branche.
De schoonmaakbranche biedt schoonmakers juist structuur en zekerheid, vindt het OSB. Het blijft ongelofelijk dat het kabinet een eigen schoonmaakorganisatie wil oprichten. Ze schoffeert hiermee de branche de schoonmaakbedrijven en natuurlijk de schoonmakers zelf.
Werkgeversorganisatie VNO-NCW en MKB-Nederland vinden dat het kabinet “broodroof” pleegt bij de schoonmaakbedrijven, aangezien een “Rijksschoonmaakdienst” de schoonmaakbedrijven zo’n 70 miljoen euro aan omzet zou gaan kosten en de overheid heeft totaal geen ervaring met schoonmaakwerkzaamheden. Daarnaast is het natuurlijk nog eens zij dat de belastingbetaler gaat opdraaien voor deze verhoging van de maatschappelijke kosten.
De schoonmakers zelf gaan er ook helemaal niet op vooruit. Ze moeten nl. tegen dezelfde arbeidsvoorwaarden bij de overheid aan de slag en aangezien de overgrote meerderheid nu ook al in vaste dienst is, biedt dat ook niet meer vastigheid.