De Hoge Raad heeft op 9 januari 2015* een belangrijke uitspraak gedaan omtrent de zogenaamde ‘ketenregeling’ zoals deze geldt in het arbeidsrecht.
Wat is nu de ketenregeling
Deze regeling houdt onder meer in dat er 3 opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd kunnen worden gesloten. Het eerstvolgende arbeidscontract moet een arbeidsovereenkomst zijn voor onbepaalde tijd. De werknemer heeft dan een vast contract.
Werkgevers hebben door de jaren heen altijd naar allelei manieren gezocht om de ketenregeling te omzeilen. Ze proberen een werknemer na 3 opeenvolgende arbeidsovereenkomsten wel in dienst te houden, maar zonder de werknemer een contract voor onbepaalde tijd aan te bieden. Een werknemer met een contract voor onbepaalde tijd is voor de werkgever een stuk lastiger om te ontslaan.
De casus
De uitspraak van de Hoge Raad gaat over een werkgever die de ketenregeling probeerde te omzeilen. Zijn werknemer had al 3 opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd gehad en zou op basis van de ketenregeling in aanmerking komen voor een vast contract.
Om de werknemer in dienst te kunnen houden, zonder voor onbepaalde tijd aan hem vast te zitten, kwam de werkgever met een zéér creatieve oplossing. De werkgever en werknemer sloten een contract af voor onbepaalde tijd, maar tegelijkertijd spraken zij in een aparte vaststellingsovereenkomst af dat de arbeidsovereenkomst op een bepaalde datum met wederzijds goedvinden zou eindigen. Het voordeel voor werknemer was dat hij wist dat hij nog een bepaalde tijd mocht blijven, want het alternatief was namelijk dat de werkgever hem zou ontslaan.
Hoewel uit alles bleek dat deze constructie was opgezet om de ketenregeling te omzeilen, oordeelde het Gerechtshof in Den Bosch op 30 juli 2013 dat de constructie was toegestaan. Daartoe overwoog het Gerechtshof dat partijen volgens de wet in een vaststellingsovereenkomst ook afspraken kunnen maken die indruisen tegen andere wettelijke bepalingen. De werknemer was het hier niet mee eens en stelde cassatie in tegen de uitspraak.
De uitspraak van de Hoge Raad
Werkgevers keken natuurlijk met spanning uit naar het oordeel van de Hoge Raad. Deze oordeelde dat de constructie niet was toegestaan. Weliswaar mag men in vaststellingsovereenkomsten afspraken opnemen die strijdig zijn met dwingend recht, maar dit mag alleen om een bestaand geschil te beëindigen. Daarvan was in dit geval geen sprake. De partijen sloten de overeenkomst juist om langer met elkaar door te kunnen gaan. De Hoge Raad verhindert met deze uitspraak dat werkgevers (massaal) de wettelijke regeling met een vaststellingsovereenkomst omzeilen.
Is deze uitspraak positief voor werknemers?
Bovenstaande uitspraak lijkt op het eerste gezicht een positieve uitspraak voor werknemers. Voor de werknemer in kwestie viel de uitspraak inderdaad gunstig uit.
Toch kan de uitspraak voor andere werknemers ook juist negatief uitpakken. De werkgevers zijn er met deze uitspraak nl. van op de hoogte dat zij de ketenregeling niet meer kunnen omzeilen. Voor sommige werkgevers zal dit aanleiding zijn werknemers een vast contract aan te bieden, maar er zullen natuurlijk ook werkgevers zijn die besluiten werknemers geen contract meer aan te bieden. Dit betekent dat deze werknemers werkloos worden, terwijl zij in dienst hadden kunnen blijven wanneer de werkgever de ketenregeling nog wel had kunnen omzeilen.
Tot slot
Let op! De ketenregeling wordt per 1 juli 2015 gewijzigd. Vanaf die datum worden contracten met een tussenliggende periode van 6 maanden of minder al opgeteld in de zin van de ketenregeling. Heeft u als werkgever te maken met een dergelijke situatie? Twijfelt u of de ketenregeling van toepassing is? Neem dan vooral even contact op met ons.